Op sommige dagen zijn er zeehonden te zien op de zeehondenbank in Borkum. In de zomer, van mei tot september, verzamelen de zeehonden zich altijd op de zandbank om te bevallen, te zogen en hun vacht te wisselen.
Ook een tweede zeehondensoort is inheems in Borkum: de grijze zeehond – het grootste roofdier van Duitsland – voelt zich hier sinds de millenniumwisseling weer thuis. In 2020 kon de Nedersaksische Waddenzee een nieuw geboorterecord voor grijze zeehonden vieren. Tijdens telvluchten zijn 372 jonge dieren geteld.
De afgelopen jaren is de Seehundsbank steeds dichter bij het noorden en het voormalige belangrijkste badstrand gekomen. Door deze verandering zijn daar niet meer zo veel zeehonden te vinden. Toch geldt altijd het volgende: er dient een afstand van 300 meter tot de dieren aangehouden te worden. De zeehondenbaby's worden vooral in de zomermaanden van juni tot en met augustus geboren.
Als een van de dieren verdwaalt of de moeder op zoek is naar voedsel, is de kans groot dat ze op het strand wordt gevonden. Als de mens te dichtbij komt, neemt de babyzeehond (“brulaap”) de geur van de mens over en wordt door zijn ouders afgewezen. Een vervoer naar Zeehondenstation in Norddeich zou het gevolg zijn. Houd daarom altijd voldoende afstand. Je kunt beter een paar meter te veel hebben dan te weinig.
In Duitsland mag er niet op zeehonden worden gejaagd. In plaats daarvan hebben ze te maken met andere problemen, zoals watervervuiling, ziekte of menselijke verstoring in hun leefgebied. Daarom is het bijzonder belangrijk om attent te zijn.